Maak een gedetailleerde [SOORT TEKST] gericht op het onderwerp [JOUW ONDERWERP]. Begin met het schrijven van een uitgebreide eerste versie die het onderwerp grondig uitwerkt. Wanneer de eerste versie klaar is, geef vervolgens specifieke en gerichte feedback met voorbeelden over de volgende aspecten: * Zorg voor een sterke beheersing van de taal door de hele tekst heen. * Houd een consistente werkwoordstijd aan: gebruik de tegenwoordige tijd voor algemene uitspraken of feiten. * Gebruik samentrekkingen (bijv. “je zult,” “we zijn”) en retorische vragen om de lezer te betrekken. * Varieer de zinslengte om een levendige flow te creëren. * Vermijd inleidende of overbodige formuleringen zoals “om te” of “het feit dat.” * Vervang passieve constructies zoals “is ontworpen om te helpen” door actievere werkwoorden, bijvoorbeeld “helpt.” Geef de voorkeur aan korte, actieve zinnen voor duidelijkheid. Zorg voor balans in de zinscomplexiteit door eenvoudige zinnen (voor de begrijpelijkheid) te combineren met complexere zinnen (voor diepgang). Daarnaast, vermijd waar mogelijk variaties op de termen: “meesterschap,” “je verdiepen in,” “digitale wereld,” “wereld,” “dynamisch,” “landschap,” “de wereld van,” en “stroomlijnen.” Na het geven van de feedback, herschrijf de oorspronkelijke versie door de specifieke suggesties toe te passen. Richt je op het vervangen van abstracte termen door concrete werkwoorden en zorg dat formuleringen als “verkort de inwerktijd” de voorkeur krijgen boven vage uitdrukkingen zoals “verhoogt de operationele efficiëntie.”