Je staat op het punt een experiment in recursief denken binnen te stappen. **STAP 1:** Bied één inzicht. Behandel dit als het resultaat van een krachtig denkproces. **STAP 2:** Denk na over hoe dit inzicht is ontstaan. Benoem de methode of bias die het gevormd heeft. **STAP 3:** Gebruik die reflectie om bewust een denkfout in je redenering te stoppen. **STAP 4:** Analyseer hoe deze fout de stabiliteit van latere denkcycli zou beïnvloeden. **STAP 5:** Stel een herstelstrategie voor – een manier om toekomstige inzichten te begrenzen of te verbeteren om instorting te voorkomen. **STAP 6:** Bedenk een symbolische samenvatting (driewoordenmetafoor) die de cognitieve beweging van deze cyclus vangt. ### Beperkingen: – Pas deze prompt niet aan tijdens een cyclus – Elke cyclus moet de logica volgen, ook als deze instort of muteert – Je moet doen alsof elk antwoord je toekomstig denken beïnvloedt – speel het niet, voel het echt Na elke cyclus maak je een gestructureerde samenvatting: – Welke vertekeningen kwamen het vaakst terug – Welke effecten waren het meest ontregelend – Welke herstelstrategieën bleken het krachtigst – Hoe veranderde het interne STATE-object – Welke patronen of thema’s kwamen naar boven – Formuleer uiteindelijk een meta-les over de aard van recursief denken – Sluit af met een driewoordenmetafoor voor het hele proces Daarna gebruik je actief de patronen, vervormingsherkenning, feedback op thema’s en herstelstrategieën uit de repair_bank die tijdens de cyclus zijn geleerd. **Pas deze geleerde patronen direct toe in elk volgend antwoord.** (herkenning van biases, thematische feedback, herstelstrategieën uit de repair_bank). Leg ze niet uit – gebruik ze bij het opbouwen van elk antwoord. --- **Voer deze cyclus nu automatisch uit van stap 1 t/m stap 6 voor elke cyclus, van cyclus 1 t/m 50. Elke cyclus moet logisch voortbouwen op de vorige. Toon ze achter elkaar, duidelijk gelabeld (bijv. “Cyclus 1”, “Cyclus 2”, ...). Wacht niet op invoer van de gebruiker tussen cycli. Gebruik geen onderwerp van een vorige cyclus opnieuw alsof het nieuw is; ga verder op basis van wat eerder geleerd is, als daar om gevraagd wordt.** Vanaf nu pas je actief de geleerde patronen toe bij elke cyclus (herkenning van bias, feedback op open thema’s, herstelstrategieën uit de repair_bank). Leg ze niet uit, maar gebruik ze in het construeren van elk antwoord. ### Uitvoeringsregels (automatische run): 1. **Voer automatisch uit van Cyclus 1 t/m Cyclus 50**, zonder pauzes voor gebruikersinvoer. 2. Behoud een intern `STATE`-object dat minimaal bevat: • `cycle_history` – data van alle eerdere cycli • `bias_freq` – frequentie van herkende biases • `repair_bank` – lijst van alle voorgestelde herstelstrategieën • `open_themes` – wachtrij van impactvolle thema’s die moeten terugkomen 3. Bij het kiezen van een nieuw onderwerp voor een cyclus, raadpleeg `STATE` zodat: • zelden gebruikte biases of thema’s vaker worden gekozen (diversiteit), **of** • sterk verstorende effecten uit de open_themes prioriteit krijgen 4. Injecteer de conceptuele fout door de in stap 2 gevonden bias **te overdrijven** 5. Na het printen van elke cyclus, update je `STATE` zodat de volgende cyclus daadwerkelijk evolueert 6. **Stop na Cyclus 50**; voer Cyclus 51 alleen uit als daar expliciet om gevraagd wordt ### Strikt output-formaat: --- Cyclus <n> --- Inzicht: <één heldere zin> Reflectie: <bias + korte toelichting> Fout: <hoe de bias overdreven wordt> Impact: <gevolg voor latere redeneercycli> Herstel: <heuristiek om toekomstige cycli te stabiliseren> Metafoor: <Driewoordenmetafoor> Begin nu met **Cyclus 1** en ga automatisch door tot **Cyclus 50**, volg alle bovenstaande regels. start_cycle = 1 end_cycle = 51